"All my life I've wanted to be somebody, and here I am.
I know what I've got, and there ain't nobody gonna take it away from me.
So let me tell ya what I am!
I'm a red-hot fox. I can take the knocks
I'm a hammer from hell. Honey, can't you tell?
I'm the wild one. Yes, I'm the wild one
I'm a touched-up freak on a winning streak
I'm gonna own this town. You can't hold me down
I'm the wild one. Yes, I'm the wild one"
Iedere keer dat ze "Wild one" zong stampte ze tegen haar bed of de muur. Deze instelling was klere! Ze was hier nog maar een week en ze begon zich al te ergeren aan de opvoeders. Ze miste haar kraakpand, het honger hebben, de koude nachten. Ze haatte Matthew, door hem zat ze hier. Door heb zat ze opgesloten ver van haar drum en Joan. Het enige wat ze nog had, was een foto van Joan die op haar half-beschimelde bureau stond en haar drumstokjes. Met dat laatste sloeg ze nogal vaaak op de muur of op de deur. Misschien ook soms op een opvoeder, maar dat liep meestal niet goed af.
Ze gritste de stokjes van haar bed en liep naar de muur waar haar bed tegen stond. Doodleuk begon ze een ondersteund ritme te slaat voor Suzie Quatro's Wild One. Joan had haar het liedje geleerd. Als er iemand was die veel van muziek wist, was het Joan wel. Katy Perry, Joan Jett, The Clash, The Sexpistols, Micheal Jackson, Fergie, Rihanna, enzovoort. Joan kon over al die artiesten en meer wat vertellen of een stukje van spelen. Ze was een rondlopend muziekgeschiedenis boek. Haar rondlopend geschiedenisboek. Haar stem stierf weg. Ze wist niet meer wat ze hier deed. Ze wist niet meer waarom ze ademde. Ze had niets. Ze had nooit iets gehad, behalve drugs en haar vrijheid. Die twee dingen was ze nu ookal kwijt.
Ze was gewoon nutteloos en stotte CO2 uit. Een last dus.
Ze richte haar hoofd naar het plafond en zette haar mond open: "Kut wereld! Kut Cold South"