Naam: Lori Gauge
Geboren op: 012-08-1992 (18 lentes jong)
Woonplaats: Eén van de beruchte buitenwijken in New York
Rede v. opsluiting: Verdenking van moord en een bewijs van poging tot.
Hobby’s: Mensen bespelen, ze manipuleren. Ze weet zich te amuseren om keer op keer opnieuw een spel met mensen te spelen, zich anders voor te doen dan hoe ze daadwerkelijk is.
Karakter: Zoals de titel haar al beschrijft. Op het eerste gezicht is ze een dame –een meisje kan men haar zeker niet meer noemen- die geen vlieg kwaad zal doen. Ze is stijlvol, charmant en tracht vaak te zeggen wat anderen van haar willen horen. Keep your friends close, but your enemies closer is een gedachtegang die ze vaak handhaaft, want ze heeft geen zin in vijanden die haar het leven zuur maken. Het is haar bekend dat als je dingen wil bereiken, dit sneller gaat als je connecties hebt die bereid zijn een helpende hand naar je uit te steken. Een instelling die deuren voor haar zal openen, althans; hier is ze zich heilig van overtuigd. Anderen zijn pionnen in haar spel, niet meer en niet minder, het enige wat nog ontbreekt is een ontmoeting met de verkeerde persoon die haar met haar neus op de feiten drukt. Iemand die laat zien dat zelfs zij niets meer dan een marionet is in de plannen van een ander.
Uiterlijk: Haar diepbruine ogen kijken altijd even onschuldig de wereld in en haar lange, weelderige lokken die donkerblond gekleurd zijn vallen te allen tijde over haar schouders. Ze heeft een gemiddelde lengte, al creëert ze vaak de schijn wat langer te zijn dan ze daadwerkelijk is door de hakken die ze gewoon is aan haar voeten te dragen. Ze is slank van postuur, maar haar gezicht heeft zachte, ronde gelaatstrekken waardoor haar gehele uitstraling direct vriendelijker oogt.
Geschiedenis
Het is niet dat ik heel mijn leven in deze beruchte buitenwijk heb geleefd, dat mijn ouders het geld niet hadden voor iets beters. Integendeel. Ik mocht niet klagen over het appartement in het hartje van New York dat ik mijn ouderlijk huis mocht noemen, dus ik deed dit dan ook niet. Misschien had ik het leven waar velen niet eens van durfden dromen, al heb ik me dit nooit helemaal beseft. Want begrijp me niet verkeerd, ik was dankbaar voor het leven dat ik mocht leiden. Voor het feit dat ik goed met mijn ouders overeenkwam en dat de wereld aan mijn voeten leek te liggen. De nadruk hoorde hier op leek te liggen, want hoewel we ruim voldoende aan dollars hadden wist ik dat ik hier niets mee zou bereiken. Er was zoveel meer in de wereld dat ik kon ontdekken, dat ik kon en wilde bereiken; iets waar ik goed in was en waarvoor mensen me zouden bewonderen. Het meisje in de stad was ik al, maar respect moest ik nog krijgen. Goed zou nooit goed genoeg zijn, enkel de overtreffende trap zou respect afdwingen. Dus op het moment dat ik deze kans kreeg, pakte ik hem met beide handen aan. En dat was het begin van het spel waar ik niet goed genoeg in was..
Ik voelde me bevrijd toen ik mijn ouderlijk huis was ontvlucht. Het gevoel van vrijheid en de drang om de sociale ladder te beklimmen bewogen me voort, evenals de angst om de grond ingetrapt te worden. Het veilige leven kende ik niet meer, het woord “veilig” was uit mijn vocabulaire geschrapt sinds ik het lef had getoond om hier heen te komen. Eén van de buitenwijken van New York waar ik nooit had willen komen. Waarom ik hier nu vrijwillig heen was gekomen wist ik niet, misschien omdat ik eindelijk weigerde om mijn angsten de rug nog toe te keren. Het punt waarop ik de moed had verzameld om de confrontatie aan te gaan, god moge me vergeven dat ik dit ooit in het stomme hoofd van me heb gehaald.
Achteraf is het makkelijk om te vertellen, want hoewel ik mijn nieuwe thuis vreesde betekende dat niet dat Lori dat ook deed. Het was zo verleidelijk om me te verschuilen achter het masker van een jonge dame die geen angsten of zwakheden kende. Het duurde niet lang voordat het me steeds gemakkelijker afging, dat de grens tussen de oude en de nieuwe ik meer en meer leek te vervagen. Ik leerde mensen kennen, voornamelijk ongure personen waar ik eerder geen handen mee wilde schudden. Toch was het zo simpel om bevriend met hen te raken, al waren deze vriendschappen niet gebaseerd op vertrouwen en beloftes. Ze draaiden om geld, in mijn opinie dan, want voor hen was het niet meer dan zaken. Naarmate ze me leerden kennen won ik hun “vertrouwen” en hadden ze me nodig. Ik was de enige die dat onschuldige gezicht had wat achterdochtige mensen hun defensieve houding kon laten varen. Ze waren ervan overtuigd dat ik broodnodige informatie los kon peuteren van hen die dit bij zich droegen.
“Wat krijg ik ervoor?”
Er was geen aarzeling in mijn stem te horen toen ik de man voor me aankeek. Ik mocht hem niet, koesterde een aversie tegen hem, dus als hij me nodig had moest hij met iets goed komen. Hij leek ontzet door mijn zelfvertrouwen, want hoe bracht ik –niets meer dan een nieuweling- het lef op om deze brutaliteit te tonen? Toen het stil bleef voelde ik hoe mijn hart sneller begon te kloppen en hoe de angst zich een weg naar binnen trachtte te vechten. Ik weigerde om dit te tonen, want angst zou geen respect afdwingen en als dat onbereikbaar zou blijven liep ik gevaar. Mijn gedachtegang werd onderbroken door de barse, hese stem die eveneens de stilte verbrak.
“Wat wil je ervoor?”
Vanaf dat moment was ik binnen. Eén slachtoffer. De afspraak was glashelder: ik zou de dingen doen die van me verwacht werden –zonder enkele capriolen- en zou het geld krijgen. De informatie lospeuteren was niet moeilijk, om het niet makkelijk te noemen. Een jonge man die niet opgewassen was tegen de charmes van de andere sekse. Ik mocht hem, maar wat was de begrip van iemand mogen?
Het moest na onze derde ontmoeting zijn geweest dat hij van de aardbodem verdwenen leek te zijn. Mijn ogen waren de laatste waarin hij ooit gekeken had en de buitenwereld kon enkel gissen wat er met deze jonge, succesvolle zakenman gebeurd was. Sporen die duidden op moord waren er niet, evenals sporen van een afscheid. Nog altijd is er geen verdere informatie over bekend. Stijlvol doch grondig, dat zou het handelsmerk van deze Gauge zijn.
Na die eerste geslaagde deal moet mijn zelfvertrouwen me naar het hoofd zijn gestegen. Ik hield er niet van om enkel en alleen te doen wat er van me verwacht werd, zonder er verder ook maar een pleziertje aan te kunnen beleven. De beloning aan geld was niet genoeg voor me, ik hield ervan om hulpeloze mannen nog even gek te maken voordat ik met mijn werk begon, als een roofdier dat met zijn prooi speelde voordat hij de genadeslag uitdeelde. Alle waarschuwingen over dat ik mezelf strikt aan het plan moest houden dat me gegeven was sloeg ik in de wind, vastbesloten over mijn eigen kunnen.
De zwaailichten deden mijn ogen opensperren, benamen me de adem. Het duurde even voordat ik weer helder na kon denken, want tot hiervoor stond ik als aan de grond genageld. Dat ik hier weg moest was het eerste wat me binnendrong, direct gevolgd door het besef dat ik als een rat in de val zat.
“Verdomme!” vloekte ik gedempt, geen acht meer slaand op de man in mijn aanwezigheid die ik uit de weg moest ruimen. Het duurde echter niet lang voordat ik realiseerde dat hij er nog wel degelijk was, want op het moment dat ik in mijn overheersende wanhoop aanstalten maakte om te vluchten hoorde ik de stem achter me.
“Staan blijven, politie!” In de paniek die hierbij oplaaide graaide ik naar het wapen dat ik bij me droeg, want hoewel het misschien niet even grondig als mijn verbeelding van perfectie zou gaan was ik vastbesloten om mijn opdracht uit te voeren. Al was het het laatste wat ik ooit zou doen, ik zou mezelf moeten bewijzen. Ik greep naar lucht. Nog voordat het besef tot me doordrong dat ik verloren had in mijn eigen spel, voelde ik hoe een vlaag van pijn me dwong om op mijn knieën te zakken en hoe de bittere smaak van bloed mijn mond vulde.