Eindelijk hoorde ik voetstappen naderen. Ik hield me stil, gespannen luisterend. Tot mijn opluchting werd het stil vlak voor de deur van de isoleercel. Het was niet zo dat ik schrik had voor de cellen, maar erin opgesloten worden, dat was nooit een pretje. Bovendien was het weekend en ik wilde naar het pleintje, misschien trof ik Smoke daar. Sowieso wilde ik alle updates van Cameron, want zelfs een afwezigheid van twee uur was voldoende om roddels mis te lopen.
De sleutel draaide om. "Je twee uur zijn om. Je mag gaan."
Zwijgend liep ik de cel uit, langs de medewerker heen. Het volgende moment werd ik ruw bij mijn schouder gegrepen en tegen de deurpost geramd.
"What the fuck, laat me los, kloo..!" Het laatste woord slikte ik in, het was vast niet verstandig om nu alweer te gaan triggeren. Ze maakten er zelden een punt van om je doodleuk achter te laten en zoals ik al zei, ik wilde naar buiten.
"Bij de kleinste misstap word je terug hierheen gebracht voor vier uur. Daarna voor acht uur. Dat wordt steeds verdubbeld. Begrijp je dat?"
Zijn greep verslapte en ik wist spottend te salueren. "Aye, sir."
Nu liet hij me helemaal los en ik schoot ervandoor, voor hij zich kon bedenken. Misschien was het een idee om me een tijdje gedeisd te houden. Het was sowieso niet slim geweest om die ene eikel op de kast te jagen door hem één van mijn vroegere meisjes aan te bieden, maar het was het waard geweest. Hij was zo rood geworden als een tomaat en had even niets kunnen uitbrengen. Daarna had hij me zowat bewusteloos geslagen en naar deze cel gesleept. Och, zo erg was het niet, en ik zou een tijdje geen last van die kerel hebben. Hij zou het vast niet leuk vinden als ik de anderen zou vertellen dat hij mijn idee niet slecht gevonden had...
Er flitste een grijns over mijn gezicht en ik schoot de deur door, het zonlicht in, naar het plein. Het was niet hetzelfde als vrijheid, maar op dit moment was het goed genoeg.